Wat is FUN-damentals?

In deze fase staat de brede motorische ontwikkeling centraal. Kinderen maken op een speelse en uitdagende manier kennis met de wereld van peddelsport. Zo leggen ze niet alleen de basis voor later succes in kano, kajak of SUP, maar ontwikkelen ze vaardigheden waar ze in iedere sport én het dagelijks leven voordeel uit halen.

Grootmotorische vaardigheden zoals evenwicht, coördinatie en kracht worden ontwikkeld. Basisbewegingen zoals draaien, trekken, duwen en stabiliseren worden op een veilige en gevarieerde manier aangeleerd, steeds met plezier als rode draad.

De kennismaking met peddelsport gebeurt door te proeven van verschillende disciplines: kanoën, kajakken en suppen. Zonder prestatiedruk, mét ruimte om te experimenteren. Kinderen ontdekken al doende wat ze leuk vinden, bouwen zelfvertrouwen op en leren samen bewegen. Vaak groeit in deze fase al een eerste voorkeur voor een discipline binnen de peddelsport.

De vaardigheden die hier worden opgebouwd, vormen het fundament voor latere, meer technische uitdagingen. Zo geven we elk kind de kans om te groeien tot een veelzijdige, vaardige én enthousiaste peddelsporter – met plezier en beweging als fundament voor een actieve levensstijl.

Voor de sporter

Kinderen ervaren in deze fase hoe fijn het is om actief te zijn. Ze bewegen graag samen met anderen, houden van spel en uitdagingen, en zijn gevoelig voor succeservaringen. De sportaanpak moet gericht zijn op variatie, plezier, leren via spel en het bevorderen van zelfvertrouwen. Einddoelen in deze fase: kinderen ontwikkelen een brede motorische basis, ervaren succes in eenvoudige peddelvormen en tonen motivatie om te blijven bewegen. Ze kennen de basisprincipes van veiligheid op en rond het water en voelen zich comfortabel in en nabij verschillende types peddelmaterialen. Vaardigheid en zelfvertrouwen groeien hand in hand.

Voor de ouder

Als ouder heb je een belangrijke ondersteunende rol. Je biedt structuur, positieve aanmoediging en mogelijkheden om te bewegen. In deze fase draait het niet om talent, maar om ontwikkelingskansen. Laat je kind proberen, falen, kiezen en genieten. Moedig aan en wees positief aanwezig – zo groeit het zelfvertrouwen én de motivatie.

Voor de trainer / club

Trainers creëren een uitnodigende leeromgeving. Spel, fantasie, korte opdrachten en beweegplezier staan centraal. Gebruik water- en landactiviteiten die kinderen uitdagen en laten experimenteren. Laat techniek los – richt je op het ontwikkelen van fundamentele vaardigheden en positieve attitudes.

Materiaal: Gebruik stabiele en veilige boten (zoals brede recreatieve kajaks en SUP-boards), kindvriendelijke peddels, reddingsvesten op maat, en speelmateriaal zoals drijvende objecten of ander uitnodigend materiaal.

Trainingsvolume: 2 tot 4 sessies per week van 45 tot 60 minuten is ideaal, oplopend naar 4 tot 6 sessies. Korte sessies met veel variatie zorgen voor maximale betrokkenheid.

Coaching: Geef positieve feedback, wees enthousiast en creëer een sfeer van vertrouwen. Speelse coaching met ruimte voor eigen initiatief werkt het best. Stel vragen, moedig aan en laat ruimte voor spel.

Wedstrijden: Geen formele competitie. Organiseer speelse challenges, vaardigheidsproeven of teamgames waarbij samenwerking en plezier belangrijker zijn dan winnen. Gebruik dit als positieve ervaring, niet als selectie.

Meer info en downloads