Om aan peddelsportwedstrijden te kunnen en mogen deelnemen, dient jouw club eerst een wedstrijdvergunning aan te vragen. Peddelsport Vlaanderen adviseert alle peddelsportbeoefenaars om minstens jaarlijks de Sportkeuringsvragenlijst in te vullen en het advies dat je op het einde ervan ontvangt, op te volgen.
Indien je aan een Peddelsportwedstrijd wenst deel te nemen, zal je eerst een wedstrijdvergunning dienen aan te vragen. Wanneer je wedstrijdvergunning is goedgekeurd, mag je als lid van een club van Peddelsport Vlaanderen deelnemen aan wedstrijden georganiseerd door de federatie en haar clubs, alsook deelnemen aan internationale wedstrijden.
Een wedstrijdvergunning dient elk jaar vernieuwd te worden.
De eerste wedstrijdlicentie bedraagt 10,41 euro
Vanaf tweede wedstrijdlicentie: 5,20 euro per licentie
Peddelsport Vlaanderen adviseert alle peddelsportbeoefenaars om minstens jaarlijks de Sportkeuringsvragenlijst in te vullen en het advies dat je op het einde ervan ontvangt, op te volgen.
Indien je een recreatieve vaarder bent, adviseert Peddelsport Vlaanderen aan om de onderstaande vragenlijst jaarlijks in te vullen.
Je zal op het einde van de vragenlijst een advies ontvangen, Peddelsport Vlaanderen raadt je aan deze te volgen.
Indien je een nationale competitieve vaarder bent, adviseert Peddelsport Vlaanderen om de onderstaande vragenlijst jaarlijks in te vullen.
Je zal op het einde van de vragenlijst een advies ontvangen, Peddelsport Vlaanderen raadt je aan deze te volgen.
Wat is een internationale competitieve vaarder? Je neemt deel als niet-Olympische disciplinevaarder aan EK/WK/Internationale wedstrijden.
Indien je een nationale competitieve vaarder bent, adviseert Peddelsport Vlaanderen om de onderstaande vragenlijst jaarlijks in te vullen.
Je zal op het einde van de vragenlijst een advies ontvangen, Peddelsport Vlaanderen raadt je aan deze te volgen.
Vervolgens adviseert Peddelsport Vlaanderen je om je bijkomend te laten screenen door een sportarts:
Het lid dient rekening te houden dat het lid vanuit een internationale wedstrijdorganisatie wel kan gevraagd worden om een medisch attest aan te leveren.
Ben je een topsporter (Lijn en Slalom vaarders die opgenomen zijn in een Sport Vlaanderen/ Team Belgium programma)?
Je wordt elk jaar gescreend door een sportarts (voorzien in team Topsport Peddelsport Vlaanderen)
Lid van een aangesloten Peddelsport Vlaanderen club
Ingevuld medisch attest ondertekend en stempelt door een arts. Een medisch attest mag reeds dateren enkele maanden voor afloop wedstrijdjaar.
Indien je je wedstrijdvergunning bij of een transfer naar een andere club wil aanvragen, moeten de overgangsformaliteiten, zoals voorzien in het Intern Reglement gerespecteerd worden.
Het clublid maakt zijn overgang tussen
per brief of per e-mail kenbaar aan (verplichte zaken: welke wedstrijdvergunning, de club waar je deze opzegt, je nieuwe club en de naam van de persoon waar het om gaat + handtekening):
De poststempel van de brief, of de datum van de e-mail, geldt als bewijs van verzending. De melding heeft uitwerking op 1 januari daaropvolgend. Indien je al meer dan 1 jaar geen wedstrijdvergunning voor een bepaalde discipline hebt gehad, kan je zonderverwittiging een vergunning aanvragen bij een nieuwe club.
Elke discipline waarvoor er wedstrijden worden georganiseerd, heeft een sportreglement. Bekijk deze hier!
Op 12 september 1996 verscheen in het Belgisch Staatsblad de tekst van het Vlaamse decreet tot vaststelling van het statuut van de niet-professionele sportbeoefenaar van 24juli 1996. Dit decreet dat van kracht is sedert 1 januari 1997 heeft het sportlandschap grondig beïnvloed, het is dan ook voor elke sportfederatie, sportvereniging en sportbeoefenaar van fundamenteel belang.
De voorloper van dit decreet was het decreet van 25 februari 1975 tot vaststelling van het statuut van de niet-betaalde sportbeoefenaar. Dit decreet voorzag reeds dat de niet-betaalde sportbeoefenaar jaarlijks van club mocht veranderen en bood de sportbeoefenaar reeds een aantal waarborgen. Nochtans had dit decreet een groot aantal nadelen; de vrijheidsprocedure die gevoerd diende te worden was zeer formalistisch en nam enkele maanden in beslag, het decreet hield geen absoluut verbod in om opleidingsvergoedingen te vragen en er waren geen directe controle- of strafmaatregelen voorzien waar door de waarborgen van het decreet niet konden worden afgedwongen.
De bedoeling van het nieuwe decreet is om aan de vrijetijds-sportbeoefenaar, die op niet-professionele basis zijn sport beoefent, een statuut te geven dat zijn fundamentele rechten regelt. Het decreet heeft echt er niet tot doel om de rechtsverhouding tussen de sportbeoefenaar en zijn vereniging in al zijn facetten te willen regelen.
De decreetgever wenst duidelijk dat de fundamentele rechten van de sportbeoefenaar die in het decreet zijn voorzien in alle omstandigheden gerespecteerd worden. In tegenstelling tot het decreet van 25 februari 1975 worden een aantal specifiek omschreven controle- en sanctiemaatregelen in het decreet opgenomen zodanig dat de overheid te allen tijde de waarborgen die voorzien zijn voor de sportbeoefenaar kan afdingen.
Dit decreet is niet totaal onverwacht tot stand gekomen. De laatste jaren werden met betrekking tot het statuut van de niet-betaalde sportbeoefenaar steeds meer juridische betwistingen aanhangig gemaakt bij de rechtbanken. Vele niet-betaalde sportbeoefenaars hebben lange en kostelijke procedures moeten voeren om hun fundamentele rechten af te dwingen. Bij de opstelling van de tekst werd dan ook rekening gehouden met deze nationale- en internationale rechtspraak.
Wil je steeds op de hoogte blijven?
Schrijf je dan nu in op onze nieuwsbrief! Of volg ons op Social Media